Glas maken is een energieintensief proces. Hier staat tegenover dat glasproducten juist vaak een veelvoud hiervan aan energie helpen besparen
In totaal verbruikt de Nederlandse glasindustrie ongeveer 1% van het energieverbruik van de gehele Nederlandse procesindustrie. Dat lijkt bescheiden, maar een glasoven verbruikt per uur al snel wat een gezin per jaar verbruikt. Het merendeel is aardgas, maar er wordt ook flink wat elektriciteit gebruikt.
Het is erg belangrijk om het proces zo energie efficiënt mogelijk te laten verlopen en energie besparen heeft van oudsher veel aandacht. En met succes! De Nederlandse ovens behoren in de meeste gevallen tot de energiezuinigste ter wereld.
Energieverbruik krijgt binnen de sector al sinds de jaren ’50 volop aandacht. In de figuur wordt het verloop van de energieconsumptie van de gemiddelde Nederlandse verpakkingsglasoven door de jaren heen getoond. Een gelijksoortig verloop is in de afgelopen jaren ook in de andere subsectoren te zien.
De grafiek toont in de rode balk ook de hoeveelheid smeltenergie die theoretisch minimaal nodig is om de grondstoffen voor verpakkingsglas te smelten (thermodynamisch minimum) en laat daarmee zien dat er ook doorbraaktechnologie nodig is om verdere besparingen te realiseren.
Oxyfuel en thermochemische recuperatie
Bij Libbey in Leerdam zijn diverse maatregelen genomen om nog energie-efficienter te produceren, waaronder het gebruik van oxyfuel technologie en thermochemische recuperatie. Zie bijgaand artikel. Bron van dit artikel: RVO jaarverslag 2018
Topniveau
De Nederlandse glasindustrie behoort samen met de Duitse tot de energie-efficiëntste ter wereld en heeft over de periode 1989-2012 een energie-efficiëntie verbetering gerealiseerd van 25%. In de komende 15 jaar wil zij nog eens 25% efficiënter produceren. Gezien de toppositie die we wereldwijd al innemen zal dit een grote uitdaging zijn.
Deze uitdaging gaan we graag aan en de ontwikkeling van doorbraaktechnologie, maar ook het verder uitnutten van bestaande technologie, staat dan ook centraal in de Routekaart 2030 die de VNG heeft opgesteld in het kader van de Meerjarenafspraak Energie-efficiency Emissiehandel-deelnemers (MEE). Dit is het energiebesparingsconvenant tussen overheid en bedrijven die aan het Europese CO2 handelssysteem deelnemen.
De komende jaren zullen de ovens en andere delen van het proces, dus nog veel zuiniger worden. Daarvoor zullen bestaande technieken worden gebruikt, bijvoorbeeld om nog meer restwarmte te benutten, maar er zullen ook nieuwe technieken ontwikkeld worden, zoals energiezuiniger ovenontwerpen.